In Mulhacén, de jongste bundel van Jonas Bruyneel, beklimmen een dode en een levende dichter een berg. Ze delen voedsel en drank, vrolijke en verdrietige herinneringen, hoogte- en dieptepunten. De dode dichter benadrukt het belang van beweging en de toekomst, maar de levende neigt naar stilstand.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.