Hoewel Alain Delmotte (1957) sinds de bundel Sociaal realisme (1983) een uitgebreid oeuvre heeft voortgebracht, is de kritische receptie ervan veeleer bescheiden te noemen. Die is pas bij publicatie van Standplaats (1997) langzaam op gang gekomen. Daar hebben de introductie van ‘Warhoofd’ en de keuze voor het prozagedicht een beslissende rol in gespeeld. In zijn voorwoord bij Elementen van warhoofdigheid, een uitvoerige selectie uit de prozagedichten, dateert Delmotte ‘de overstap’ van taalgerichte gedichten – het zogeheten ‘witschrift’, mede geïnspireerd door Georges Perros, René Char, Pascal Guignard – naar het prozagedicht niet toevallig ‘vanaf 1997’, al was die omslag uiteraard ‘het resultaat van een jarenlang proces’.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.