Mark Donckers debuteert in 1956 – hij is dan 21 jaar – met een bundel die Panorama heet en opent met het gedicht ‘Het oordeel’. Die titels wekken de indruk dat hij – of althans de ‘ik’ die aan het woord is – als een ervaren man zijn verleden bekijkt en zich rekenschap geeft van zijn daden. Hij doet dit in een Bijbelse context. De laatste strofe van ‘Het oordeel’ luidt: ‘Ik blijf alleen, en wacht om nog te mogen / in spijt bekennen, vóór Hij mij beboet, / dat ik als rentmeester Hem heb bedrogen’, regels die verwijzen naar de parabel ‘De onrechtvaardige rentmeester’ (Lucas 16, 1–8).

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.